B.1 Indicatiestelling
Uitgangsvraag
Wat is de indicatie* voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie bij mensen met axSpA en op basis van welke criteria (start-/stopcriteria) is het aanbevolen om mensen met axSpA terug te verwijzen naar de huisarts of behandelend specialist?
Aanbevelingen
Pas de volgende criteria toe om de indicatie voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie vast te stellen:
Patiënten komen in aanmerking voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie indien:
- a) zij een door een reumatoloog bevestigde diagnose axSpA hebben en;
- b) zij ernstige beperkingen bij het dagelijks functioneren ervaren ondanks medicamenteuze behandeling, en de functionele beperkingen niet opgelost kunnen worden met kortdurende intermitterende fysio- of oefentherapeutische behandeling en;
- c) de ernstige functionele beperkingen de basale ADL-activiteiten betreffen (bv. het lopen, de zelfverzorging of het maken van transfers) en;
- d) de functionele beperkingen te maken hebben met pijn, stijfheid, spierkrachtverlies, verminderde cardiopulmonale conditie en/of neuromotorisch functioneren ten gevolge van:
- persisterende (hoge) ziekteactiviteit ondanks adequate medicamenteuze behandeling en/of;
- wervelkolom en/of gewrichtsbetrokkenheid en/of;
- ernstige ziektegerelateerde comorbiditeit (bv. inflammatoire darmziekten) en/of;
- generieke comorbiditeit (bv. hart- en vaatziekten, depressie).
Om dit criterium (voorwaarde a-d) te kunnen vaststellen is het van belang te beschikken over relevante verwijsgegevens van de reumatoloog, namelijk de mate van wervelkolom en/of gewrichtsbetrokkenheid en/of ernstige comorbiditeit.
Indien de patiënt niet aan bovenstaand criterium (voorwaarde a-d) voldoet, komt de patiënt niet in aanmerking voor de langdurige gesuperviseerde oefentherapie. De patiënt kan worden terugverwezen naar de huisarts of behandelend specialist.
Overweeg om voor het vaststellen van ernstige functionele beperkingen gebruik te maken van de meetinstrumenten genoemd in module C.2.
*Het vaststellen van een fysio- of oefentherapeutische indicatie wordt uitgevoerd door de fysio- of oefentherapeut (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie et al., 2021; Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck et al., 2019). Om de langdurige gepersonaliseerde oefentherapie aan te kunnen bieden en de indicatie hiervoor te stellen, is het volgen van scholing verplicht om de zorg vanuit het basispakket vergoed te krijgen
Aanleiding
De fysio- of oefentherapeut begeleidt de patiënt bij het proces van het voorkomen of verminderen van en/of het leren omgaan met beperkingen in activiteiten van het dagelijks leven en maatschappelijke participatie ten gevolge van axSpA. De middelen om dit doel te bereiken zijn het geven van voorlichting en advies over het dagelijks functioneren en oefentherapie.
In 2024 is de ‘Longstanding Exercise Therapy in Patients with Axial SpondyloArthritis (L-EXSPA)’ naar de effecten van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie gepubliceerd (Van Wissen et al., 2024). Het betreft een multicenter gerandomiseerd vergelijkend onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie in vergelijking met gebruikelijke zorg.
Het Zorginstituut Nederland heeft op basis van het beschikbare wetenschappelijke bewijs uit de L-EXSPA-studie geconcludeerd dat bij patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen, langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie resulteert in klinisch relevante effecten op de cruciale uitkomstmaten fysiek functioneren en fysieke kwaliteit van leven en geen (belangrijke) bijwerkingen geeft.
Daarmee concludeerde het Zorginstituut Nederland tevens dat langdurige gepersonaliseerde oefentherapie (≥ 52 weken) onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut beschouwd kan worden als effectieve behandeling bij volwassen patiënten (≥ 18 jaar) met ernstige functionele beperkingen in het dagelijks leven. Deze interventie voldoet bij de genoemde indicatie daarom aan ‘de stand van de wetenschap en praktijk’.
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt de minister geadviseerd om, gelet op de weging van de vier pakketcriteria (de ‘stand van de wetenschap en praktijk’, kosteneffectiviteit, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid), langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie bij deze indicatie op te nemen in de basisverzekering. Een voorwaarde hiervoor is dat de behandeling wordt opgenomen in een volgende update van het reeds bestaande document ‘Aanbevelingen Fysiotherapie bij mensen met axiale spondyloartritis (opent in nieuw tabblad)’ van de Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie (NHPR) van de beroepsgroepen (Van Weely et al., 2019). Deze module kan als een aanvulling op het reeds bestaande aanbevelingendocument worden gelezen.
In deze module wordt ingegaan op de vraag welke specifieke groep patiënten met axSpA (ongeveer 1.200 patiënten per jaar) een indicatie hebben voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie.
Rationale van de aanbeveling
De werkgroep heeft besloten om een sterke aanbeveling te formuleren voor de indicatiestelling van langdurige (≥ 52 weken) gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie voor patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen. De indicatie is gebaseerd op de gevonden literatuur vanuit het systematische literatuuronderzoek in C.1, namelijk de L-EXSPA-studie. Voor deze L-EXSPA-studie zijn inclusiecriteria opgesteld. Deze handreiking volgt deze inclusiecriteria. Patiënten die in deze studie waren geïncludeerd, op basis van deze criteria, lieten overwegend klinisch relevante effecten zien op de cruciale uitkomsten. De werkgroep is van mening dat het stellen van deze indicatie voor patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen, gewaardeerd wordt door patiënten en dat de overige criteria van het EtD-proces (economische overwegingen, kosteneffectiviteit, gelijkheid, aanvaarbaarheid en haalbaarheid) overwegend als haalbaar en realistisch worden beschouwd.
Conclusies op basis van de literatuur
Voor het beantwoorden van de uitgangsvraag is gebruikgemaakt van beschreven indicaties vanuit de gevonden literatuur in het systematische literatuuronderzoek, uitgewerkt in module C.1 ‘Langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie’.
In deze module (C.1) is het effect van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie bij patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen in het dagelijks leven, geëvalueerd.
L-EXSPA-studie
In deze studie zijn de volgende inclusiecriteria gehanteerd:
Volwassenen komen in aanmerking voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie indien:
- a. zij een door een reumatoloog bevestigde diagnose axSpA hebben;
- b. zij ernstige beperkingen in het dagelijks functioneren ervaren, ondanks adequate medische behandeling;
- c. de functionele beperkingen basale ADL- dagelijkse activiteiten betreffen, zoals het lopen, de zelfverzorging of het maken van transfers;
- d. de functionele beperkingen direct of indirect samenhangen met de axSpA en bijvoorbeeld worden veroorzaakt door persisterende (hoge) ziekteactiviteit, ondanks adequate medicamenteuze behandeling, ernstige gewrichtsschade en/of deformiteiten/ankylosering en/of ernstige comorbiditeit, zoals hart- of longaandoening of morbide obesitas;
- e. de functionele beperkingen niet konden worden opgelost met kortdurende intermitterende fysio- of oefentherapeutische behandeling.
Daarnaast mocht een patiënt ook geen fysiotherapie in de drie maanden voor de start van de studie genoten hebben en waren de patiënten ≥ 18 jaar.
Bewijskracht: – |
Klinische relevantie: – |
Er zijn geen bewijskracht en klinische relevantie (volgens GRADE) vastgesteld voor de indicatiestelling.
Van bewijs naar aanbeveling-overwegingen
Er zijn internationaal erkende criteria gehanteerd voor het beoordelen van het bewijs dat ten grondslag ligt aan de aanbevelingen. Deze criteria, evenals de overige overwegingen die de werkgroep formuleerde, bepalen de sterkte van de aanbeveling. Het onderdeel van bewijs naar aanbeveling bevat een negental criteria.
In deze module is bij het beantwoorden van de uitgangsvraag geen effect of bewijskracht vastgesteld. De effecten en bewijskracht van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie zijn uitgewerkt in module C.1. Om die reden heeft de werkgroep geen gewenste effecten, ongewenste effecten, kwaliteit van bewijs en balans van gewenste en ongewenste effecten (vier van de negen criteria) geformuleerd.
1.Waarden en voorkeuren van patiënten
De werkgroep heeft de ervaring dat de patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen over het algemeen grote waarde zullen hechten aan de indicatiestelling. De werkgroep denkt dat er weinig variatie in de mening van de patiënten zit, doordat patiënten met ernstige functionele beperkingen op basis van deze indicatiestelling aanspraak kunnen maken op langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie. De fysio- of oefentherapeutische indicatiestelling betreft geen belastende testen of niet veel tijd (veel tijdsinvestering). Vanuit een patiëntenraadpleging is gebleken dat patiënten het waarderen dat therapeuten in klinisch redeneerproces rekening houden met de context van de patiënt om persoonsgerichte therapie te kunnen bieden. Hierdoor is het niet altijd mogelijk is om een zekere objectiviteit toe te passen. Dit omdat er veel heterogeniteit is in type klachten en beperkingen die mensen met axSpA hebben.
2.Economische overwegingen en kosteneffectiviteit
Voor fysio- en oefentherapeuten wordt de eis gesteld dat zij een verplichte scholing volgen om deze specifieke patiëntengroep te kunnen behandelen en door de Zorgverzekeraars vergoed te worden. De werkgroep is van mening dat de hiermee gepaard gaande kosten beperkt zijn (laag) en kunnen worden beschouwd als een investering. De benodigde middelen voor het stellen van de indicatie voor langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie worden als verwaarloosbaar beoordeeld.
Wel is er een risico dat een grotere groep mensen met axSpA met ernstige beperkingen een indicatie krijgt toegewezen door de behandelend therapeut, wanneer die vergoed wordt vanuit de basisverzekering. In de huidige organisatie van zorg heeft een fysio- of oefentherapeut een direct en een indirect belang om een indicatie te stellen; direct vanwege het ontbreken van een maximaal aantal te vergoeden behandelingen, en indirect vanwege de therapeut-patiëntrelatie; de patiënt heeft vaak een direct (economisch) belang bij een vergoeding van een toename van het aantal behandelingen. Om dit risico te ondervangen is bewustwording van deze belangen noodzakelijk en zal dit onderdeel zijn van de verplichte scholing.
3. Gelijkheid
De werkgroep verwacht dat door het toepassen van de indicatie de gezondheidsgelijkheid toeneemt. De L-EXSPA-studie heeft aangetoond dat langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie leidt tot minder functionele beperkingen bij mensen met axSpA met ernstige beperkingen, waardoor de gezondheidsgelijkheid toeneemt, zowel tussen mensen met of zonder axSpA, als tussen mensen met axSpA. Daarnaast is de verwachting dat meer patiënten bij vergoeding vanuit het basispakket van de zorgverzekering, er een financiële beperking wordt opgeheven. Daarentegen kan het een barrière zijn dat er geen geschoolde therapeuten in de omgeving beschikbaar zijn. Dit kan de barrière tot zorg juist vergroten voor een sociaaleconomisch kwetsbare groep, als ook zorgmijders. Dit is dus wel voorwaardelijk aan de toegang van deze zorg. En zoals benoemd bij punt 5.haalbaarheid (hieronder) zijn er ook zorgen over het niet vergoeden van de indicatiestelling.
4. Aanvaardbaarheid
De werkgroep verwacht dat het toepassen van de indicatie waarschijnlijk door een meerderheid van de key stakeholders (waaronder o.a. therapeuten, patiënten, verzekeraars) zal worden geaccepteerd. De middelen die van de therapeut geëist worden (tijd en trainingsinvestering), worden door de werkgroep als verwaarloosbaar beschouwd en wegen op tegen het mogen toepassen van deze interventie bij deze specifieke patiëntengroep.
De werkgroep verwacht dat de scholing zal zorgen voor de benodigde bekwaam- en bevoegdheid van de therapeuten die de interventie aanbieden, waardoor mogelijke zorgen hierover worden verminderd.
De werkgroep benadrukt dat er een verantwoordelijkheid bij de fysio- of oefentherapeut en patiënt ligt dat als er geen indicatie is, er ook niet gestart wordt met een langdurige oefentherapie-interventie. De werkgroep spreekt uit dat zij er vertrouwen in heeft dat dit wordt toegepast, door bewustwording van dit onderwerp binnen het hedendaags fysio- en oefentherapeutisch handelen. Therapeuten zijn goed in staat om te evalueren of er (nog) een indicatie is voor de oefentherapie.
5. Haalbaarheid
De wijze waarop patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen worden geïndiceerd, wordt door de werkgroep als een realistische werkwijze in de fysio- en oefentherapeutische praktijk beoordeeld. De werkgroep beoordeelt dat fysio- of oefentherapeuten op basis van klinisch redeneren veelal in de dagelijkse praktijk onderscheid maken op basis van deze criteria.
De werkgroep erkent dat het wenselijk is om bij het stellen van de indicatie een zekere objectiviteit te hanteren om het handelen van de fysio- of oefentherapeut te uniformeren. Echter, de werkgroep is van mening dat het noodzakelijk is om in het klinisch redeneerproces rekening te houden met de context van de patiënt (socio-economische en culturele factoren en leeftijd/ levensfase) om persoonsgerichte therapie te kunnen bieden, waardoor het niet altijd mogelijk is om een zekere objectiviteit toe te passen. Dit omdat er veel heterogeniteit is in type klachten en beperkingen die mensen met axSpA hebben. Bovendien zijn er momenteel geen meetinstrumenten voorhanden die duidelijke afkapwaarden geven tussen bijvoorbeeld matige beperkingen en ernstige beperkingen bij mensen met axSpA. Ter bevordering van het objectief en uniform handelen wordt de therapeut daarom aanbevolen gebruik te maken van de beschreven meetinstrumenten vanuit de module C.2. Het gebruik van meetinstrumenten is daarom als aanbeveling toegevoegd aan de aanbevelingen in deze module.
Ook geeft de werkgroep aan dat het inzetten van de langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie alleen haalbaar is als de patiënt voldoende gemotiveerd kan worden om te bewegen. Hiertoe wordt een inschatting gemaakt, waarbij de fysio- of oefentherapeut luistert, adviseert en/of begeleidt en samen met de patiënt beslist of de interventie voor de patiënt de juiste optie is (Mutsaers et al., 2021).
Een belangrijke belemmering in de haalbaarheid voor patiënten is dat de indicatiestelling niet vanuit de basisverzekering vergoed zal worden. Dit kan mogelijk een drempel opwerpen voor patiënten die minder financiële middelen hebben, waardoor de toegang tot de zorg wordt verminderd.
Eventuele additionele overwegingen
Voor de therapeuten vanuit de L-EXSPA-studie was er, naast de scholing, de mogelijkheid om experts op het gebied te raadplegen. Deze mogelijkheid is momenteel nog niet ingericht, waardoor de werkgroep het raadzaam vindt om bij twijfel van de indicatiestelling contact op te nemen met de reumatoloog, verpleegkundig specialist of physician assistent.
Aandachtspunten voor implementatie
Zie het onderdeel ‘haalbaarheid’.
Kennislacunes
De huidige aanbeveling is gebaseerd op de inclusiecriteria van de L-EXSPA-studie, aangescherpt door expert opinion in de werkgroep. Het bleek hierbij tot op heden niet mogelijk om een indicatie te kunnen stellen op basis van objectieve meetinstrumenten in de fysio- of oefentherapeutische praktijk. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op het ontwikkelen van klinisch goed toepasbare meetinstrumenten voor het onderscheiden van patiënten met indicatie.
Akl, E. A., Welch, V., Pottie, K., Eslava-Schmalbach, J., Darzi, A., Sola, I., Katikireddi, S. V., Singh, J., Murad, M. H., Meerpohl, J., Stanev, R., Lang, E., Matovinovic, E., Shea, B., Agoritsas, T., Alexander, P. E., Snellman, A., Brignardello-Petersen, R., Gloss, D.,…Tugwell, P. (2017). GRADE equity guidelines 2: considering health equity in GRADE guideline development: equity extension of the guideline development checklist. J Clin Epidemiol, 90, 68-75. https://doi.org/10.1016/j.jclinepi.2017.01.017
Mutsaers, J. H. A. M., Ruitenbeek, T. H., Schmitt, M. A., Veenhof, C., & Driehuis, F. (2021). KNGF Beroepsprofiel Fysiotherapeut. Over het vakgebied en rollen en competenties van de fysiotherapeut. Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF)
Van Weely, S. F. E., Van der Giesen, F. J., Van Gaalen, F. A., Van der Horst-Bruinsma, I. E., Ramiro, S., Weel, A. E. A. M., Lopuhaä, N., & Vliet Vlieland, T. P. M. (2019). Aanbevelingen fysiotherapie bij mensen met axiale spondyloartritis. https://reumanetnl.nl/wp-content/uploads/2019/06/Aanbevelingen-Fysiotherapie-bij-mensen-met-AxialeSpondyloartritus.pdf
van Wissen, M. A. T., van den Ende, C. H. M., Gademan, M. G. J., Teuwen, M. M. H., Peter, W. F., Mahler, E. A. M., van Schaardenburg, D., van Gaalen, F. A., Spoorenberg, A., van den Hout, W. B., van Tubergen, A. M., Vliet Vlieland, T. P. M., & van Weely, S. F. E. (2024). One-year effectiveness of long-term exercise therapy in people with axial spondyloarthritis and severe functional limitations. Rheumatology (Oxford). https://doi.org/10.1093/rheumatology/keae323
Zorginstituut Nederland. (2021). AQUA-Leidraad. Zorginstituut Nederland. https://www.zorginzicht.nl/ontwikkeltools/ontwikkelen/aqua-leidraad
Initiatiefnemers
De ontwikkeling van de handreiking is geïnitieerd door het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF), waarbij wordt samengewerkt met de Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck (VvO).
Aanleiding van de KNGF-handreiking
De fysio- of oefentherapeut begeleidt de patiënt bij het proces van het voorkomen of verminderen van en/of het leren omgaan met beperkingen in activiteiten van het dagelijks leven en maatschappelijke participatie ten gevolge van axSpA. De belangrijkste middelen om dit doel te bereiken, zijn het geven van voorlichting en advies, en oefentherapie.
In 2024 is de ‘Longstanding Exercise Therapy in Patients with Axial SpondyloArthritis (L-EXSPA)’ naar de effecten van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie gepubliceerd (Van Wissen et al., 2024). Het betreft een multicenter gerandomiseerd vergelijkend onderzoek naar de (kosten)effectiviteit van langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie vergeleken met gebruikelijke zorg.
Het Zorginstituut Nederland heeft op basis van het beschikbare wetenschappelijke bewijs uit de L-EXSPA-studie geconcludeerd dat bij patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen, langdurige gesuperviseerde oefentherapie resulteert in klinisch relevante effecten op de cruciale uitkomstmaten fysiek functioneren en fysieke kwaliteit van leven en geen (belangrijke) bijwerkingen geeft.
Daarmee concludeert het zorginstituut tevens dat langdurige gepersonaliseerde oefentherapie (≥ 52 weken) onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut beschouwd kan worden als effectieve behandeling bij volwassen patiënten (≥ 18 jaar) met axSpA met ernstige functionele beperkingen in het dagelijks leven. Deze interventie voldoet bij de genoemde indicatie daarom aan ‘de stand van de wetenschap en praktijk’.
Naar aanleiding van dit onderzoek wordt de minister geadviseerd om, gelet op de weging van de vier pakketcriteria (de ‘stand van de wetenschap en praktijk’, kosteneffectiviteit, noodzakelijkheid en uitvoerbaarheid), langdurige gepersonaliseerde gesuperviseerde oefentherapie bij deze indicatie op te nemen in de basisverzekering. Een voorwaarde hiervoor is dat de behandeling wordt opgenomen in een volgende update van het reeds bestaande aanbevelingendocument (opent in nieuw tabblad) van de beroepsgroepen (Van Weely et al., 2019). Deze handreiking kan als een aanvulling op het reeds bestaande aanbevelingendocument worden gelezen.
Doel van de KNGF-handreiking
Patiëntengroep
Deze handreiking beschrijft de behandeling van volwassen (≥ 18 jaar) patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen.
Beoogde gebruikers van de handreiking
Deze handreiking is primair gericht op fysio- en oefentherapeuten die de hiervoor gedefinieerde patiëntengroep behandelen en begeleiden, ongeacht de setting (eerstelijnspraktijk, een ziekenhuis of een revalidatie-instelling; in een mono- of multidisciplinaire setting).
Deze beroepsgroepen worden beschreven in het ‘Beroepsprofiel Fysiotherapeut’ en het ‘Beroepsprofiel Oefentherapeut’ (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie et al., 2021; Vereniging van Oefentherapeuten Cesar en Mensendieck et al., 2019).
Overige gebruikers van de handreiking
De handreiking is ook relevant voor andere zorgverleners die betrokken zijn bij de begeleiding en behandeling van patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen, zoals huisartsen, reumatologen, bedrijfsartsen, revalidatieartsen, psychologen, verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, diëtisten en ergotherapeuten. Daarnaast is de richtlijn relevant voor patiënten, beleidsmakers en andere organisaties die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen.
Afbakening
Deze handreiking beschrijft de behandeling van volwassen patiënten met axSpA met ernstige functionele beperkingen. Aanbevelingen, geschreven voor de gehele patiëntengroep, staan beschreven in het document ‘Aanbevelingen Fysiotherapie bij mensen met axiale spondyloartritis (opent in nieuw tabblad)’ van de Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie (NHPR) (Van Weely et al., 2019).
De specifieke uitgangsvragen die in deze handreiking zijn beantwoord, zijn per module weergegeven.
Betrokkenheid van belanghebbenden (auteurs)
Voor het ontwikkelen van de handreiking is in 2025 een projectgroep samengesteld, bestaande uit een multidisciplinaire werkgroep. De werkgroep bestaat uit vertegenwoordigers van alle primair betrokken professionals bij de zorg voor patiënten met AxSpa met ernstige functionele beperkingen. De werkgroep werd ondersteund in de ontwikkeling door richtlijnadviseurs vanuit het KNGF en de VvO.
Daarnaast werd de conceptrichtlijn, waarin alle modules zijn samengevoegd, ter commentaar verzonden naar fysio- en oefentherapeuten uit het werkveld en alle partijen die aan de ontwikkeling van de richtlijn bijgedragen hebben of die voorafgaand aan het traject aangegeven hebben betrokken te willen worden in de commentaarfase.
De rollen en taken van de belanghebbenden van de richtlijn worden beschreven in de KNGF-richtlijnenmethodiek (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, 2024).
Richtlijnadviseurs KNGF en VvO
D. Conijn, MSc | Projectleider, richtlijnadviseur/ senior beleidsmedewerker, KNGF, Amersfoort |
S. Hendriks, MSc | Richtlijnadviseur, beleidsmedewerker, VvO, Utrecht |
S. Favier, MSc | Richtlijnadviseur, beleidsmedewerker, VvO, Utrecht |
KNGF = Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie; VvO = Verening van Oefentherapeuten
Werkgroep
Prof. dr. P.J. van der Wees | Onafhankelijk voorzitter werkgroep, Nijmegen |
Dr. M.G.J. Gademan | Inhoudsdeskundig wetenschapper, Leiden |
Dr. S. van Weely | Inhoudsdeskundig wetenschapper, afgevaardigde NHPR, Utrecht |
A. de Jong | Fysiotherapeut 1e lijn, afgevaardigde KNGF, Haarlem |
J.H. Muijen-Drop MPT | Fysiotherapeut 1e lijn, afgevaardigde KNGF, Sprang-Capelle |
D.A. Ueckert | Fysiotherapeut 2e lijn, afgevaardigde KNGF, Leiden |
Dr. M.J. Nijkrake | Fysiotherapeut 2e lijn, afgevaardigde NVFG, Nijmegen |
M. Esseboom | Oefentherapeut 1e lijn, afgevaardigde VvO, Waddinxveen |
Dr. A. Spoorenberg | Reumatoloog te Universitair Medisch Centrum Groningen, afgevaardigde NVR |
H.R. Alberda, MSc | Vertegenwoordiging patiëntenbelang, afgevaardigde ReumaNederland, Amsterdam |
KNGF = Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie, NHPR= Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie, NVFG = Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie in de Geriatrie, NVR = Nederlandse Vereniging Reumatologie, VvO = Vereniging van Oefentherapeuten.
Commentaarfase
Partijen en personen die bij de commentaarfase betrokken waren, zijn:
- Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG);
- Nederlandse Vereniging voor Bedrijfs- en Arbeidsfysiotherapeuten (NVBF);
- Nederlandse Vereniging voor Manuele Therapie (NVMT);
- Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG);
- Reuma Nederland;
- Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland (RZN);
- Studie Richtings Overleg Fysiotherapie (SROF);
- Zorginstituut Nederland;
- Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie (NHPR);
- Nederlandse Vereniging Reumatologie (NVR).
Belangen
Voorafgaand aan en bij afsluiting van het project hebben alle leden van de projectgroep een belangenverklaring ingevuld. De belangenverklaringen zijn beoordeeld door de richtlijnadviseurs en indien nodig (bij een ‘conflict of interest’) werden gedurende het richtlijnproject maatregelen getroffen (bijvoorbeeld het niet participeren in het proces ‘van bewijs naar aanbeveling’ in de werk- of klankbordgroep) om (schijn van) oneigenlijke beïnvloeding door belangenverstrengeling zo veel mogelijk te voorkomen, volgens de KNGF-richtlijnenmethodiek (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, 2024).
In de belangenverklaringen is een overzicht opgenomen met de affiliaties (de organisatie of instelling en plaats van werkzaamheden) van de leden van de projectgroep.
Autoriserende partijen
De volgende partijen hebben deze module geautoriseerd of geaccordeerd:
- Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie (KNGF);
- Vereniging van Oefentherapeuten (VvO);
- Nederlandse Health Professionals in de Reumatologie (NHPR);
- Nederlandse Vereniging Reumatologie (NVR);
- Reuma Nederland;
- Vereniging voor Sportgeneeskunde (VSG);
- Nationale Vereniging ReumaZorg Nederland (RZN).
Het Nederlands Huisartsen Genootschap (NHG) neemt de handreiking ter kennisgeving aan, gezien het beperkte raakvlak met de huisartsgeneeskundige zorg.
Geldigheid en onderhoudsprocedure
Publicatiedatum: 16-9-2025
Laatst beoordeeld: 16-9-2025
Laatst geautoriseerd: 16-9-2025
Financiering
De ontwikkeling van de KNGF-handreiking wordt gefinancierd vanuit eigen financiële middelen van het KNGF en bijdragen van de VvO en ReumaNederland.
Toepassing van de KNGF-richtlijnenmethodiek in de KNGF-handreiking.
De ontwikkeling van deze module heeft zo veel mogelijk plaatsgevonden volgens de KNGF-richtlijnenmethodiek (Koninklijk Nederlands Genootschap Fysiotherapie, 2024). Deze methodiek is gebaseerd op het AGREE II-instrument en de AQUA-leidraad (Brouwers, 2010; Zorginstituut Nederland, 2021). Binnen de KNGF-richtlijnenmethodiek wordt gebruikgemaakt van GRADE voor de beoordeling van de bewijskracht en voor het proces van ‘evidence to decision’ (Alonso-Coello, 2016a,b; Andrews, 2013; Atkins, 2004). Een beschrijving van waar een KNGF-handreiking afwijkt van een KNGF-richtlijn en waarom er wordt gekozen voor een KNGF-handreiking is te vinden in het document ‘Beleidskader Overige KNGF evidence-based producten 2023’.