Achtergrond informatie
Het is bekend dat cliënten die langdurige zorg ontvangen vaak minder bewegen dan de algemene bevolking. Over het algemeen bewegen deze cliënten veel te weinig, zijn ze niet fit en hebben ze bovengemiddeld veel gezondheidsproblemen. Zo is de fitheid van 50+’ers met een verstandige beperking te vergelijken met de fitheid van 70+’ers in de algemene bevolking. De meeste ouderen (90%) in zorginstellingen bewegen minder dan de Nederlandse beweegrichtlijn voorschrijft.
Voor cliënten die langdurige zorg ontvangen, zijn de gezondheidsvoordelen van bewegen groot. Denk aan het voorkomen van valincidenten, het vergroten van zelfstandig functioneren, het verminderen van gedragsproblemen en het verlagen van het risico op bijkomende gezondheidsproblemen. Cliënten in de langdurige zorg ontvangen deze zorg vanwege een (combinatie van) psychogeriatrische aandoening(en), verstandelijke beperking, gerontopsychiatrische aandoening(en), lichamelijke handicap(s) en/of somatische aandoeningen(en).
Veel van de bestaande reguliere beweeginterventies en programma’s zijn niet zomaar toepasbaar voor cliënten die langdurige zorg ontvangen. Door fysieke, cognitieve en/of mentale beperkingen kan bewegen een grotere uitdaging zijn en hebben cliënten vaak begeleiding nodig. Zorgverleners kunnen hierbij een grote rol spelen. In deze richtlijn is daarom aandacht voor het zoveel mogelijk wegnemen van belemmeringen bij cliënten en zorgverleners en juist het stimuleren van de drijfveren. Deze richtlijn heeft als visie dat bewegen een belangrijke levensbehoefte is. Bewegen moet geïntegreerd zijn in de dagelijkse routine van een persoon en een vast onderdeel van basiszorg zijn.
De richtlijn helpt zorgverleners om beweging op maat te integreren in het dagelijks leven van cliënten.