Ga naar de inhoud

Evidence statement: Anale incontinentie

Dit evidence statement omvat het fysiotherapeutisch diagnostisch en therapeutisch proces bij volwassen patiënten met ontlastingsincontinentie, ofwel anale incontinentie.

  • Publicatiedatum: 1 januari 2013

Evidence statement: Anale incontinentie

Inleiding Evidence statement

Dit evidence statement omvat het fysiotherapeutisch diagnostisch en therapeutisch proces bij volwassen patiënten met ontlastingsincontinentie, ofwel anale incontinentie (AI). Er is gekozen voor een evidence statement in plaats van een richtlijn om, ondanks de beperkte bewijsvoering vanuit de literatuur, de stand van zaken te kunnen beschrijven en aanbevelingen te formuleren ter ondersteuning van het methodisch handelen. Het is geschreven conform een verkorte versie van de Methode voor ontwikkeling, implementatie en bijstelling van KNGF-richtlijnen, zoals beschreven door Van der Wees et al.1 De aanbevelingen zijn opgesteld op basis van wetenschappelijke evidentie en op basis van ‘best-practice’. Het wetenschappelijk bewijs is per vraagstelling kort samengevat in een conclusie met de mate van bewijs. Hierbij is gebruik gemaakt van de beoordelingslijsten en de Evidence-Based Richtlijn Ontwikkeling (EBRO) criteria, zoals ontwikkeld onder auspiciën van het CBO.2 Indien er geen wetenschappelijk bewijs voorhanden was, is de aanbeveling geformuleerd op basis van consensus binnen de werkgroep. Bewijsvoering en consensus die tot de formulering van de aanbevelingen hebben geleid, zijn opgenomen in een uitgebreid notenapparaat.

Er is gezocht naar relevante literatuur die verscheen tussen 1 januari 1980 en 1 november 2012 in de elektronische databases van de Cochrane Library, PubMed, EMBASE, PEDro en CINAHL. Daarnaast is gezocht in relevante referentielijsten. De literatuur is, waar mogelijk, gescheiden bekeken voor AI, FI en flatusincontinentie.

Het Evidence Statement AI beperkt zich tot de volwassen patiënt met AI, aangezien de oorzaak van AI bij kinderen vaak van andere aard is en daarmee dus de benadering van de klacht. Dat is terug te zien in het wetenschappelijk onderzoek dat bij AI meestal een onderscheid maakt tussen kinderen en volwassenen. Bij volwassenen gaat AI vaak samen met andere bekkenbodem-, bekken- en buikproblematiek, zoals obstipatie, prolaps en urine-incontinentie. Ingaan op al deze patiëntenprofielen zou dit statement te complex maken. Indien nodig wordt in het statement verwezen naar andere problematiek of richtlijnen.

Het statement is bedoeld voor geregistreerde bekkenfysiotherapeuten. Geregistreerde bekkenfysiotherapeuten zijn gespecialiseerde fysiotherapeuten die een door de Nederlandse Vereniging voor Fysiotherapie bij Bekkenproblematiek en pré- en postpartum gezondheidszorg (NVFB) geaccrediteerde opleiding bekkenfysiotherapie hebben afgerond, waardoor de gewenste specialisatie is behaald en waarbij ook scholing heeft plaatsgevonden met betrekking tot de uitvoering van Deze fysiotherapeuten zijn geschoold in het uitvoeren van invasief handelen (noot 1). Voor de (bekken)fysiotherapeut zijn de KNGF-richtlijn Zwangerschapsgerelateerde bekkenpijn uit 2005 en de KNGF-richtlijn Stress urine-incontinentie, die in 2011 is geactualiseerd en uitgebreid naar stress urine-incontinentie (SUI) bij volwassen mannen.

Gezien de huidige regelgeving zoals vormgegeven in de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) en de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet BIG), wordt het inwendig onderzoeken en behandelen van patiënten door het KNGF beschouwd als ‘bijzondere handelingen’ (onder andere palpatie via de vagina of anus of het inbrengen van een elektrode in de vagina of anus) en dienen deze handelingen met een aantal waarborgen te worden omkleed. Zie hiervoor de ‘Brochure Zorgvuldig handelen bij voorbehouden en bijzondere handelingen’.62

Een geregistreerd bekkenfysiotherapeut die voldoet aan de waarborgen zoals beschreven in deze brochure, is in staat om de patiënt inwendig te onderzoeken en te behandelen, indien de patiënt hiermee instemt nadát deze volledig geïnformeerd is over de voorgestelde behandeling en mogelijke alternatieven. Van de bekkenfysiotherapeut die de patiënt inwendig onderzoekt en behandelt, wordt verwacht dat deze terzake kundig en bevoegd is. Bedoelde deskundigheidseisen staan beschreven in het ‘Beroepscompetentieprofiel (BCP) Bekkenfysiotherapeut’.63

Het doel van dit evidence statement is antwoord te geven op de volgende vragen:

  • Wat zijn de prevalentie en incidentie van anale incontinentie en wat zijn de directe en indirecte kosten van het gezondheidsprobleem?
  • Welke etiologische factoren voor het ontstaan van anale incontinentie zijn bekend?
  • Welke prognostische factoren voor het beloop van anale incontinentie zijn bekend en welke zijn beïnvloedbaar door bekkenfysiotherapie?
  • Welke voor de bekkenfysiotherapeut relevante medisch-diagnostische en psychosociale informatie is nodig om behandeldoelen en een behandelplan te kunnen formuleren?
  • Welke vormen van behandeling en preventie zijn effectief en doelmatig in relatie tot de aard, ernst en mate van beïnvloedbaarheid van het gezondheidsprobleem?
  • Welke meetinstrumenten, met inachtneming van de methodologische kwaliteit, kunnen worden gebruikt om de gezondheidsproblemen bij mensen met AI in kaart te brengen en het effect van de behandeling te evalueren?