Achtergrond informatie
Inspanningsgebonden pijnsyndromen van het onderbeen zijn, zoals de naam aangeeft, aandoeningen die klachten veroorzaken bij inspanning van de onderbenen (“onderbeenklachten”). Deelnemers aan activiteiten waarbij hardlopen, springen, snel wandelen en lang staan bij herhaling gevraagd worden hebben een verhoogde kans op inspanningsgebonden onderbeenklachten. De incidentie en prevalentie van inspanningsgebonden onderbeenklachten zijn niet bekend voor de Nederlandse bevolking als geheel. Echter, onderbeenklachten worden regelmatig genoemd in de top 3 van meest voorkomende overbelastingsblessures, na knieklachten en rugklachten. Met name bij hardlopers en jonge militairen komen deze aandoeningen voor.
De volgende aandoeningen die worden gezien als ‘inspanningsgebonden overbelastingsblessures’ komen aan de orde in de richtlijn:
- mediaal tibiaal stresssyndroom (MTSS);
- chronisch inspanningsgebonden compartimentsyndroom (Engels: CECS, chronic exertional compartment syndrome);
- stressfracturen van de tibia en fibula;
- atraumatische myogene kuitklachten;
- inklemming van perifere zenuwen; en
- entrapment van de a. poplitea (Engels: PAES, popliteal artery entrapment syndrome).
Inspanningsgebonden onderbeenklachten zijn relatief onbekende aandoeningen. Niet alle zorgverleners hebben voldoende kennis van de diagnose en behandeling van deze groep overbelastingsblessures. Onderbeenklachten zijn vaak hardnekkig en recidiverend, en daarmee een bron van langdurig leed voor de patiënt die wil sporten en werken. De onbekendheid van zorgverleners met deze aandoeningen en de uitgebreide differentiaaldiagnose van inspanningsgebonden pijnsyndromen van het onderbeen maken dat het voor kan komen dat het meer dan 2 tot 3 jaar duurt voordat de juiste diagnose wordt gesteld en een gericht behandeltraject kan worden ingezet. Dit is de aanleiding voor het ontwikkelen van de richtlijn Inspanningsgebonden pijnsyndromen van het onderbeen.
Deze richtlijn is bestemd voor alle zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor patiënten met inspanningsgebonden onderbeenklachten, waaronder fysiotherapeuten. Binnen de richtlijn wordt de rol en/of positie van de fysiotherapeut adequaat beschreven in de modules Anamnese, Lichamelijk onderzoek, Aanvullend onderzoek, Conservatieve behandelingen en Preventie.