Ga naar de inhoud

KNGF-richtlijnenmethodiek 2025

Ontwikkeling en implementatie van KNGF-richtlijnen en handreikingen
Vijfde editie, 2025

© 2025 Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF) Dit is een publicatie van het Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). Citeer deze publicatie als volgt: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Fysiotherapie (KNGF). KNGF richtlijnenmethodiek: ontwikkeling en implementatie van KNGF-richtlijnen en handreikingen, versie 5. Amersfoort: KNGF; 2025. Alle copyrightrechten voorbehouden. Uit deze publicatie kan vrijelijk worden geciteerd, mits met duidelijke en correcte bronvermelding.

KNGF-richtlijnenmethodiek 2025

Ontwikkeling en implementatie van een KNGF-handreiking

3.1 Keuze voor een KNGF-handreikingen

Het advies is om bij de evidence-based beantwoording van een inhoudelijke vraag of het doen van aanbevelingen in de basis altijd te kiezen voor een richtlijn conform de vigerende KNGF-richtlijnenmethodiek. Wanneer het vraagstuk voldoet aan tenminste één van de volgende criteria, kan er gekozen worden voor een handreiking:

  • Het vraagstuk richt zich op een acute situatie en de knelpunten zijn dermate divers dat de tijd die nodig zou zijn om een KNGF-richtlijn(module) te ontwikkelen direct negatieve gevolgen kan hebben voor een patiënt. In een dergelijk geval wordt er in een verkort tijdsbestek een handreiking met tijdelijke aanbevelingen opgesteld. Deze tijdelijke aanbevelingen worden binnen afzienbare tijd opnieuw op hun geldigheid beoordeeld. Gelijktijdig kan worden overwogen alsnog een KNGF-richtlijn te ontwikkelen volgens de KNGF-richtlijnenmethodiek.
  • Het vraagstuk richt zich op een specifieke en/of kleine doelgroep. De verwachting is dat het onderwerp niet hoog geprioriteerd zal worden op de richtlijnenagenda, waardoor er nooit voldoende budget beschikbaar zal komen om een richtlijn te ontwikkelen. In dat geval kan er gekozen worden voor een alternatief proces, waarbij zoveel mogelijk de KNGF-richtlijnenmethodiek gevolgd wordt, maar er pragmatische stappen genomen worden om met een kleiner budget toe te kunnen. Voorwaarde hierbij is echter wel dat er reeds zorg brede consensus is over het belang van fysiotherapie bij deze doelpopulatie.
  • Het vraagstuk richt zich enkel op de organisatie van zorg en niet op de zorginhoud. Een richtlijn focust zich primair op het beschrijven van de inhoud van zorg. Voor het afzonderlijk beschrijven van de organisatie van zorg is daarom de ontwikkeling van een handreiking passender. Het is echter wel voorwaardelijk dat er brede consensus is over de inhoud van de geleverde zorg. Dan is de ontwikkeling van een KNGF-richtlijn mét een module organisatie van zorg noodzakelijk.

3.2 Methodiek

Bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking zullen de fasen van richtlijnontwikkeling doorlopen worden. Als uitgangspunt hierbij geldt de beschrijving van deze KNGF-richtlijnenmethodiek (2025). Echter doordat de procedure op sommige punten minder strikt doorlopen kunnen worden, kunnen bepaalde processtappen achterwege gelaten worden of er kan soepeler mee om worden gegaan, doordat het product minder grondig en/of minder uitgebreid zal zijn.
In overige situaties verdient de ontwikkeling van een KNGF-richtlijn de voorkeur. Indien een onderwerp dermate belangrijk wordt gevonden dat er vakinhoudelijke aanbevelingen voor opgesteld moeten worden, dan is het belangrijk dat dit onderwerp hoog geprioriteerd wordt op de richtlijnenagenda en hier een passend budget voor vrij gemaakt wordt. Hierbij dient men zich te beseffen dat er minder budget nodig is als men zich binnen dit onderwerp kan beperken tot slechts enkele afgebakende knelpunten.
Het onderscheid tussen een KNGF-richtlijn en een KNGF-handreiking komt met name naar voren in de bewijskracht en in de sterkte van formulering van de aanbevelingen, doordat er respectievelijk wel/geen grondig systematisch literatuuronderzoek is gedaan. Slechts in uitzonderlijke gevallen zal er een sterk positieve of sterk negatieve aanbeveling gedaan kunnen worden.

3.3 Fasen KNGF-methodiek voor handreiking

Hieronder staat per fase in het traject beschreven welke punten bij de ontwikkeling van een handreiking product kunnen afwijken van- of aandacht behoeven vanuit de richtlijnenmethodiek. De tussenkopjes vanuit de KNGF-richtlijnenmethodiek worden hierbij als uitgangspunt genomen:

3.3.1      Voorbereidingsfase

  • Klankbordgroep: bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking is er niet per definitie een klankbordgroep nodig, omdat deze producten kleiner van omvang kunnen zijn of een beperkte scope hebben.
  • Knelpuntenanalyse, uitgebreide raadpleging houden van de praktijk, patiënten en stakeholders: “Ten behoeve van een knelpuntenanalyse raadpleegt de richtlijnadviseur fysiotherapeuten, patiënten en stakeholders over zorginhoudelijke vraagstukken en vraagstukken rond de organisatie van zorg. De activiteiten en methoden die de richtlijnadviseur daartoe selecteert, zijn afgestemd op de betreffende richtlijn”. De knelpuntenanalyse blijft ook bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking een belangrijk onderdeel om uit te voeren. Voorgaande beschrijving geeft voldoende speelruimte om dit waar mogelijk en afhankelijk van het onderwerp minder uitgebreid te doen dan bij een richtlijn.

3.3.2 Ontwikkelfase

  • Systematisch literatuuronderzoek uitvoeren: bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking kan het literatuuronderzoek deels of niet systematisch uitgevoerd worden om tijd te besparen of omdat dit meer passend is vanwege het onderwerp. Literatuur kan bijvoorbeeld aangedragen worden door experts en werkgroepleden. Bij een KNGF-handreiking moet beschreven worden hoe naar literatuur is gezocht, hoe de literatuur is geselecteerd en geanalyseerd. Dit om transparantie te geven en herleidbaar te zijn.
  • De bewijskracht beoordelen en wegen: door het systematisch literatuuronderzoek los te laten, kan de kwaliteit van het wetenschappelijk bewijs niet bepaald worden met als gevolg dat er geen harde conclusies over de uitkomst getrokken kunnen worden. Bij handreikingen wordt er beschreven welke literatuur geïncludeerd is, welk onderzoeksdesign er gebruikt is, met welke vormen van bias je mogelijk te maken hebt en wat de consequenties hiervan zijn op de literatuurconclusies.
  • Komen van bewijs naar aanbeveling (‘evidence to decision’): dit proces wordt ook gevolgd bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking. Om te komen tot een aanbeveling vanuit de literatuur, wordt in de conclusie niet alleen de literatuur meegenomen, maar ook andere overwegingen, zoals patiëntperspectief, kostenperspectief, aanvaardbaarheid therapeuten etc.
  • Aanbevelingen formuleren: doordat literatuur niet systematisch gezocht is, is niet zeker of alle relevante literatuur volledig is meegenomen en kunnen de literatuurconclusies onzekerheid bevatten. Dit zal gevolgen hebben voor de sterkte van de formulering van de aanbevelingen. Vaak kunnen hierdoor geen sterk positieve of negatieve aanbevelingen gegeven worden.
  • Echter zijn hier uitzonderingen op en kunnen er redenen zijn om dit wel te doen, twee voorbeelden:
    • Sterk positieve formulering als het gaat over de organisatie van zorg als er een breed gedragen consensus is over het belang van de aanbeveling voor patiënten.
    • Sterk negatieve formulering als het gaat om risico’s van bepaalde interventies. Wanneer er onzekerheid bestaat over de risico’s van een interventie, die niet opwegen tegen de voordelen, kan het veiliger voor de patiënt zijn om de interventie duidelijk af te raden.
  • Definitief vaststellen van de modules: ook bij de ontwikkeling van een KNGF-handreiking bestaat elke module uit vier delen, namelijk Aanbevelingen, Toelichting, Verantwoording en Referenties en onderhoudsprocedure. In de Verantwoording zal een transparante beschrijving van de gebruikte methodiek beschreven worden. Eventueel wordt expliciet beschreven dat er is afgeweken van de KNGF-richtlijnenmethodiek. Het is wenselijk dat voor de volgende items beschreven wordt hoe hiermee is omgegaan:
    • Hoe is het zoeken, selecteren en analyseren van de literatuur gedaan?
    • Hoe is de bewijskracht van de literatuur beoordeeld?
    • Wat voor soort studies zijn er gevonden en wat is de implicatie hiervan op de resultaten?

3.3.3      Commentaarfase

Voor de commentaarfase wordt de KNGF-richtlijnenmethodiek volledig gevolgd.

3.3.4      Autorisatiefase

Voor de autorisatiefase wordt de KNGF-richtlijnenmethodiek volledig gevolgd.

3.3.5      Disseminatie- en implementatiefase

Ontwikkelen van implementatieproducten en -activiteiten: waar bij een richtlijn patiënteninformatie, scholing en e-learning standaard ontwikkeld worden, zijn bij evidence-based producten de implementatieproducten en -activiteiten afhankelijk van de doelstellingen in het implementatieplan. Dit kan dus per KNGF-handreiking verschillen.