Aanbevelingen voor de fysiotherapeut
Ademoefeningen
Zet binnen de medisch specialistische revalidatie en geriatrische revalidatiezorg ademoefeningen in bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en bij wie er sprake is van:
- dyspneu; en/of
- een disfunctioneel ademhalingspatroon; en/of
- dysfunctie van het middenrif/diafragma.
Ademspiertraining
Bepaal de ademspierkracht bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en bij wie er sprake is van dyspneu.
Binnen de medisch specialistische revalidatie
Zet ademspiertraining in bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en bij wie er sprake is van:
- ademspierzwakte; en
- klachten van dyspneu; en
- geen contra-indicaties*.
Binnen de geriatrische revalidatiezorg
Overweeg ademspiertraining in te zetten bij patiënten die COVID-19 hebben doorgemaakt en bij wie er sprake is van:
- ademspierzwakte (zie Tabel 1 van de richtlijn); en
- klachten van dyspneu; en
- geen contra-indicaties*.
Stem de dosering af op de belastbaarheid van de patiënt. De volgende dosering zou als startpunt kunnen dienen:
- Frequentie: 3 tot 5 dagen in de week, twee keer per dag 30 ademteugen (eventueel te verdelen in 3×10 of 2×15 ademteugen).
- Intensiteit: weerstand van 30% van de maximale inademingsdruk (Pi-max) met een ervaren mate van vermoeidheid op de 10-punts Borgschaal van 3 tot 4.
- Tijd: 2x 30-ademteugen per sessie.
- Type: Threshold loading: constant pressure of variable pressure.
De contra-indicaties voor ademspiertraining zijn:
- spontane pneumothorax in voorgeschiedenis;
- blessure of een recente operatie (<6-8 weken) waardoor training niet mogelijk is;
- astma met regelmatige onverwachte (en zware) exacerbaties;
- recent myocard infarct of andere trombo-embolische aandoeningen;
- aneurysma;
- koorts > 38 graden of hoger;
- recente of niet-volledige herstelde trommelvliesperforaties en/of KNO-infecties.
Bied patiënten binnen de MSR of GRZ die COVID-19 hebben doorgemaakt gesuperviseerde fysieke training aan, tenzij er sprake is van een absolute contra-indicatie. Bij een relatieve contra-indicatie, overleg eerst met de behandelend arts, of een terzake bekwaam verpleegkundig specialist of physician assistant.
Bepaal samen met de patiënt het huidige en het gewenste niveau van functioneren vast. Stel op basis hiervan een trainingsprogramma op.*
Monitor de belastbaarheid van de patiënt gedurende de training en gedurende de trainingsperiode. Pas waar nodig de trainingsintensiteit aan en/of geef adviezen over de energieverdeling over de dag.
Motiveer de patiënt om ook na afloop van het revalidatietraject een actieve en gezonde levensstijl aan te houden.
Voor aanbevelingen met betrekking tot zuurstofsuppletie tijdens inspanning wordt verwezen naar de module Zuurstoftherapie (in ontwikkeling).