Achtergrond informatie
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor te vroeg en/of te klein geboren kinderen. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- Zorgcoördinatie door een zogenaamde casemanager tijdens de nazorg voor een te vroeg en/of te klein geboren kind. De casemanager is in de klinische fase de kinderarts en in de thuissituatie bijvoorbeeld de jeugdgezondheidszorg (JGZ) of huisarts
- Overdracht, samenwerking en afstemming tussen kinderartsen, JGZ en huisartsen en andere disciplines
- Geestelijke, motorische, psychosociale en lichamelijke functioneren van te vroeg en/of te klein geboren kinderen en de gevolgen voor de ouders