Ga naar de inhoud

Hallux Valgus (2021)

Op initiatief van Nederlandse Orthopaedische Vereniging is half 2019 gestart met de herziening van de richtlijn Hallux Valgus. Namens het KNGF vertegenwoordigt mw. Cocky Hoogeveen de fysiotherapie in de werkgroep. In februari 2021 heeft het KNGF commentaar gegeven op de conceptrichtlijn (Mienke van der Groot, Stein van den Heuvel). In juni 2021 is de richtlijn geautoriseerd.

  • Publicatiedatum: 11 februari 2022

Hallux Valgus (2021)

Aanbevelingen voor de fysiotherapeut

Bij patiënten met een milde hallux valgus (Manchester Scale B en C) die gemotiveerd zijn voor oefentherapie dient dit overwogen te worden. De oefentherapie is gericht op het opheffen van de beperkingen in het MTP-I gewricht en de gehele eerste straal. De therapie bestaat uit manuele therapie, tractie en mobilisatie en gerichte spierversterkende oefeningen. Proprioceptieve training is een onderdeel van de behandeling om de sensomotorische functie te herstellen of te verbeteren.

Bij oefentherapie voor de hallux valgus kan ook de rest van het lichaam onderdeel zijn van de screening en de behandeling.

Het doel van de oefentherapie is verbeteren van het activiteiten- en participatieniveau van de patiënt door oefentherapie voor de voet en de houding.

Oefentherapie vraagt van de patiënt een actieve rol. Therapietrouw is noodzakelijk voor het bereiken van het uiteindelijke resultaat.

Beschouw oefentherapie, inzet van steunzolen/inlays, ortheses, schoenaanpassingen en (semi-) orthopedisch schoenen als complementaire conservatieve therapieën en stel in overleg met de patiënt een behandelplan op dat aansluit bij de specifieke hulpvraag.

Geef bij voorkeur iedere patiënt met een hallux valgus een schoenadvies.

Overweeg om de Manchester Scale bij conservatieve therapie te gebruiken als meetinstrument om de mate van scheefstand van de hallux valgus te bepalen.

Overweeg oefentherapie bij patiënten met een hallux valgus met Manchester Scale categorie B en C.

Overweeg steunzolen/inlays met als doel pijnvermindering in te zetten bij patiënten waarbij intrinsieke factoren in de voet meespelen zoals pronatie en/of hypermobiliteit.

Behandel een hallux valgus bij voorkeur operatief in het geval van:

  • onvoldoende resultaat van conservatieve behandeling (bijvoorbeeld: persisterende functionele beperking en pijnklachten);
  • klinische verdenking op, of op korte termijn te verwachten secundaire schade, zoals beginnende artrose, (sub)luxatie van de laterale MTP’s of stressfracturen;
  • gecompliceerde hallux valgus zoals (herhaalde) infectie van de bunion.