Achtergrond informatie
Deze richtlijn richt zich op wat volgens de huidige maatstaven de beste zorg is voor patiënten met cerebrale en/of spinale spasticiteit. In de richtlijn komen de volgende onderwerpen aan de orde:
- De evaluatie van spasticiteit in termen van functies, activiteiten en participatie.
- Het voorkomen en/of behandelen van spasticiteits-verhogende factoren.
- Het effect van actieve oefentherapie bij de behandeling van spasticiteit.
- Het gebruik van lichaamsdeel ondersteunende hulpmiddelen (orthesen) bij patiënten met spasticiteit.
- Het effect van elektrostimulatie of (elektro)acupunctuur bij de behandeling van spasticiteit.
- Het effect van injecties in de spieren met botulinetoxine bij de behandeling van spasticiteit.
- Het effect van zenuwblokkade bij de behandeling van spasticiteit.
- Het effect van geneesmiddelen die spierkrampen verminderen (tabletten of directe toediening in het ruggenmerg) bij de behandeling van spasticiteit.
- De rol van (neuro)chirurgische behandelingen bij patiënten met spasticiteit.
- De organisatie van de zorg rondom patiënten met spasticiteit.